Hoofdstuk 10: De harde realiteit

We zijn half augustus 1998.  Zowel in het revalidatiecentrum van Pellenberg als thuis bij mijn ouders wordt mijn terugkeer naar huis volop voorbereid.  Terwijl de therapeuten de moeilijkheid en intensiteit van de oefeningen opdrijven, wordt er thuis een gewoon bed geïnstalleerd in het bureel van mijn vader en wel omdat ik dit absoluut wil.   Ik ben best veeleisend geworden.  Ook mijn zus draagt haar steentje bij en probeert me terug te integreren in de maatschappij.  Ze neemt me, in de weekends, mee uit zodat ik onder de mensen kom.  En hoe raar het ook mag klinken, Ik geniet er best van, maar op mijn eigen manier….
Een anekdote ! 

“… Kathleen heeft in de gaten dat het me niet meer gaat en stelt voor om naar buiten te gaan.  Daar zijn ook tafeltjes om aan te staan en waarop ik zou kunnen leunen als het wat zwaar wordt.  Eenmaal buiten, de zon schijnt en de lucht is stralend blauw, vind ik de rust terug.  Ik heb terug wat ademruimte en die heb ik toch wel nodig om me te herpakken.  Kathleen doet er nog een schepje bovenop: “Kom Greet, we bestellen nog iets.  Een kriek voor jou?”  Ik kijk haar heel verwonderd aan en antwoord haar bloedserieus: “Nee, jong!  Ik moet wel nog lopen he!”  Mijn zus schatert het uit.  Ook haar vriendin kan het niet laten en lacht luid mee.  Ik snap niet goed wat er zo grappig is en kijk hen heel verward en zelfs een beetje verontwaardigd aan.  “Waarom lachen jullie nu met mij?  Het is toch waar?  Ik moet nog tot aan de auto lopen!”  Tussen de lachbuien door proberen ze me uit te leggen waarom ze zo hartelijk moeten lachen met mijn opmerking.  Het is niet persoonlijk bedoeld en ze lachen me niet uit.  Normaal zeggen mensen ‘nee’ tegen nog een alcoholisch drankje omdat ze nog moeten rijden met de wagen, maar ik maak daar dan van dat ik nog moet lopen, dat is toch grappig, proberen ze me uit te leggen. …”

Het is duidelijk dat ik op dat moment nog niet besef dat de wereld daar buiten me toch zwaar zal vallen en ik me klein en onzeker zal voelen.
Maar hoe goed ik me het ene moment ook kan voelen, hoe diep ik daarna ook weer kan zitten.  Wanneer tot me doordringt dat naar huis gaan eigenlijk ook betekent terug een leven opbouwen, maar zonder mijn Svenneke aan mijn zijde knakt er opnieuw iets binnenin mij….   Daar is de harde realiteit…

Liefs,
Greet X

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.